Lori’s kweken. ( Deel 1 )
Door: Jeroen de Roo
Altijd als ik aan mensen vertel, dat ik kweek met lori’s, krijg ik altijd de dezelfde reactie. “O, mooie vogels, maar niks voor mij, die dikke schijters. Maar kun je er een beetje mee kweken dan?” Mijn antwoord is dan ook vaak hetzelfde, “Het zijn inderdaad schitterend mooie vogels, de dunne ontlasting vind ik geen enkel probleem en je kunt er prima mee kweken”. Maar je zult er wel rekening mee moeten houden, dat lori’s een zeer speciale verzorging nodig zijn. Als je dit ook doet, ligt het kweken van lori’s binnen ieders handbereik.
Huisvesting
Als we willen beginnen met lori’s, moeten we eerst goed nadenken over de huisvesting. Lori’s zijn behoorlijke slopers, dus een stevige volière van bijvoorbeeld aluminium, is aan te bevelen. Het zijn geen echte vliegers, dus grote volières zijn niet nodig. Een volière van 2,5 meter is voldoende voor bijna alle soorten lori’s. Als de mogelijkheid er is om een grote volière te bouwen, dan zou ik dat wel doen, maar het is voor lori’s niet nodig. Lori’s komen voornamelijk uit het oerwoud en vliegen dus weinig. Ze springen wel heel veel, daarom krijgen ze bij mij een dikke tak die diagonaal door de volière loopt, deze loopt onder de zitstokken door, zodat er boven ruimte blijft om van zitstok naar zitstok te vliegen. Deze diagonale tak wordt veelvuldig gebruikt om overheen te springen. Gevlogen wordt er door lori’s weinig.
Lori’s worden vaak binnen gekweekt in een verwarmde ruimte. Dit heeft veel voordelen ten opzichte van een onverwarmde ruimte. Ten eerste hoef je ‘s winters niet bang te zijn dat je pap bevriest, ten tweede kweken lori’s het hele jaar door en een nest met jongen midden in de winter is eerder regel dan uitzondering en ten derde zijn veel soorten lori’s niet gehard genoeg, om in de winter onverwarmd te kunnen zitten. Verdiep je voor aanschaf van deze vogels dus goed of ze eventueel wel buiten kunnen.
Ik beveel een verwarmde volière aan of een buitenvolière met een verwarmd nachthok, dit scheelt een hoop frustratie.
Er worden twee soorten volières veel gebruikt, de gewone volière en de hangende volière. De gewone volière is een volière waar de vogels gewoon op de grond kunnen komen. Dit kan een binnenvolière zijn, maar ook een buitenvolière met een nachthok ( eventueel verwarmd ). Een hangende volière hangt ongeveer een meter boven de grond en heeft een bodem van gaas, waar de vogels hun ontlasting door heen kunnen spuiten, deze volières blijven vaak goed schoon. Als derde optie worden vooral de kleinere lori soorten vaak in kooien gehouden. Ik vind een minimum maat van 120 cm vereist, omdat lori’s zeer levendig zijn en dus veel bewegingsruimte nodig zijn. Als men voor kooien kiest, houdt er dan rekening mee dat kooien van geplastificeerd spaanplaat na verloop van tijd uit gaan zetten, door de dunne ontlasting en het schoonmaken van de kooien. Het gebruik van kunststof kooien is sterk aan te bevelen.
De plaatsing van de zitstokken is ook belangrijk. Zoals gezegd vliegen lori’s weinig, dus de zitstokken hoeven niet al te ver uit elkaar gehangen te worden en dat komt goed uit, want door de zitstokken niet te dicht bij de achterwand van de volière te plaatsen, zal de ontlasting gewoon op de grond vallen en niet tegen de achterwand komen.
Ook over de bodembedekking moet goed worden nagedacht. In een buitenvolière zou ik kiezen voor kiezelstenen van middelgrove afmeting. Als het dan regent spoelt de hele volière mooi schoon en heb je aan de buitenvolière maar heel weinig schoonmaak werk. Voor de binnen volière zijn er een aantal mogelijkheden. Ten eerste zijn de gladde witte badkamer tegeltjes, dit is goed schoon te maken met bijvoorbeeld de hoogdruk reiniger of met een schuurspons. Het nadeel van tegeltjes is dat ze vaak niet goed droog worden, waardoor de vochtigheid in het hok altijd hoog blijft. Er moet dan ook altijd een afvoerputje aanwezig zijn. Om overtollig water kwijt te raken. Dit kan zowel in een gewone volière als onder een hangende volière. Onder een hangende volière kan ook worden gekozen voor kranten, deze nemen een hoop vocht op en hoeven maar een keer per week te worden vervangen. Ook kan in de gewone binnenvolière worden gekozen voor de kiezelstenen, deze zijn makkelijk schoon te houden. In kooien kunnen ook het beste kranten worden gebruikt. Ik zou in geen geval kiezen voor zaagsel of kattenbakachtige korrels, deze stuiven nogal en daar zijn de lori’s nogal eens gevoelig voor.
Zorg er ook in alle gevallen voor, dat het verwisselen van voerbakjes en het schoonmaken van de badschaal zo eenvoudig mogelijk kan. Nestcontrole moet ook zo eenvoudig mogelijk gemaakt worden. Dit alles om de eenvoudige reden, dat het vaak moet gebeuren ( voerbakjes en badschalen iedere dag ) en je de vogels zo min mogelijk moet storen.
Voeding
Lori’s zijn voedsel specialisten en dat betekend dat zij speciale voeding tot zich nemen. In het wild leven de lori’s van nectar en stuifmeel uit verschillende soorten bloemen. In gevangenschap is het ondoenlijk om iedere dag voldoende verse bloeiende bloemen te geven om de vogels in leven te houden. Daarom krijgen de lori’s in gevangenschap een speciale pap die de voeding in de natuur zo dicht mogelijk benaderd.
Er zijn verschillende mogelijkheden om aan deze pap te komen. Ten eerste is er in de gespecialiseerde dierenwinkels kant en klare pap te krijgen van verschillende merken en allemaal van goede kwaliteit. De prijs varieert onderling nogal eens en de duurdere merken zijn vaak uitgebreider dan de goedkopere, er zitten meer voedingsstoffen en andere benodigdheden in, dit wil niet zeggen dat ze beter zijn, er hoeft alleen niet zoveel bij gevoerd te worden.
Sommige liefhebbers maken hun eigen pap, dit is vaak goedkoper, maar wel veel meer werk. Hierin kan worden toegevoegd wat men maar noodzakelijk acht of juist worden weg gelaten, wat men maar nodig acht.
Ik maak ook mijn eigen pap, maar ik meng deze met een kant en klaar pap in de verhouding 3 delen eigen mix op 1 deel kant en klaar mix. Ik doe dit als een kostenbesparende maatregel, want met 15 koppels is alleen kant en klaar mix voeren niet te doen. En mijn resultaten zijn goed te noemen, dus ik zie geen reden om te veranderen. ( voor de gene die belang heeft bij mijn mix, ik wil het graag via mail of uitgeprint naar u toesturen ).
Voor het aanmaken van de pap, gebruik ik altijd warm water, want dan neemt het veel beter op dan met koud water en ik heb gemerkt, dat de vogels de pap lekker vinden als het een beetje lauw is.
Houd er rekening mee dat vooral de kleinere soorten lori’s andere pap moeten krijgen, dan de grotere soorten, want de kleinere hebben een veel snellere stofwisseling. Voor de kleinere lori’s is een pap met een hoger koolhydraten gehalte van belang, dit is snel terug te zien de algemene conditie van de vogels en uiteindelijk ook in de kweekresultaten. We kunnen voor deze vogels ook beter niet meer van pap spreken, maar het is beter om dit nectar te noemen. Deze nectar is ook veel dunner dan de pap van de grote lori’s. Als basis van de nectar voor kleine lori’s kunnen we een nectar nemen die geschikt is voor kolibries, dit kunnen we dan mengen met een kant en klaar lori pap welke we dun aan kunnen maken. Ik gebruik zelf voor mijn kleine lori’s ( Charmosina soorten ) ( roodflank lori’s ) een mengeling wat voor de helft bestaat uit kolibrie nectar en voor de andere helft uit een commerciële lori pap, welke dun kan worden aangemaakt.
Verder wordt er elke dag vers fruit en groente gegeven. Lori’s zijn gek op fruit en groente en dit is een zeer goede aanvulling op hun dieet. Appel is favoriet, maar ook komkommer, druif, granaatappels en sla worden heel graag gegeten. Sinasappel geef ik maar 1 keer in de week, omdat dit erg zuur is en de vogels hier last van kunnen krijgen. Banaan wordt niet geven, want dit kan zelfs bij lori’s voor verstoppingen zorgen, dus uit voorzorg geef ik geen banaan. De groente en het fruit wat ik geef snijd ik eerst in kleine stukjes, dit omdat de vogels het pakken, er 1 hapje van nemen en het vervolgens laten vallen. Door kleine stukjes te geven blijft er maar weinig afval over en heb je maar weinig verlies. Er zijn ook mensen die de groente en het fruit in een blender doen en dan vervolgens door de pap mengen, op deze manier heb je geen verlies van groente en fruit, maar ik vind het voor de vogels beter als ze er ook een beetje mee kunnen spelen en het een beetje kunnen bewerken, dit zorgt tevens voor een goede vorm van afleiding. Beide manieren zijn goed trouwens.
Mijn vogels krijgen ook elke dag een stuk of 10 gewelde zonnepitten. Dit zijn zonnepitten die een nacht in water hebben gestaan. Wees altijd terughoudend bij het geven van zonnepitten, ten eerste zijn ze vrij vet en lori’s hebben last van vervetting. 10 zonnepitten per dag kan geen kwaad. Ten tweede zijn lori’s niet gemaakt/gebouwd om zaad te eten en te verteren, vandaar dat ze ook de pap of de nectar eten, daarom gaan de zonnepitten een nacht in het water, dan worden ze zachter en makkelijker te verwerken voor de vogel. Ze zijn hier wel heel gek op, dus de neiging om er veel van te geven is groot, maar doe het niet.
Als laatste krijgen een aantal koppels elke dag een paar meelwormen, niet alle soorten lusten dit dus dit moet je uitproberen. Het ene koppel wil ze wel eten, het andere niet. Meelwormen worden gegeven, omdat de vogels in de natuur ook regelmatig een insect binnen krijgen als ze aan het eten zijn. Deze insecten even vaak van de zelfde bloemen als de lori’s en het is dus niet ondenkbaar dat de lori’s regelmatig een insect zullen eten tijdens het eten. 3 of 4 per dag per vogel is meer dan genoeg.
De volgende keer, in deel 2, zal ik ingaan op de volgende onderwerpen:
Verzorging
Soorten
Ziektes
kweek
|
Lori’s kweken deel 2.
Door: Jeroen de Roo
Verzorging
Door hun dunne ontlasting en speciale voeding zijn lori’s ook een andere verzorging nodig dan de meeste andere vogels. Dit begint bij het maken van de pap/nectar. Deze voeding is aangemaakt niet langer houdbaar dan 26/27 uur bij een temp. van 15-20 graden, hoe warmer het wordt hoe sneller het bederft. Dit betekend dat je elke dag nieuwe pap aan moet maken en voeren. En dat dit elke dag binnen een bepaald tijdsbestek moet vallen. Bij vogels die een vaste voeding krijgen kun je nog wel eens een paar uur wachten met het geven van bijv. zaad, maar bij lori’s kan dit dus niet. Er zijn ook liefhebbers die hun vogels twee keer op een dag voeren. ‘s Morgens genoeg pap om het tot in de middag te redden en dan ‘s middags nog een keer om de avond mee door te komen. Op deze manier hoef je niet elke morgen om de zelfde tijd te voeren, want de pap blijft langer goed, omdat je het later heb aangemaakt.
Ik voer zelf elke morgen rond de zelfde tijd met een marge van hooguit een uur. Ik voer dan genoeg voor de hele dag, maar omdat mijn bakjes aan de kleine kant zijn en ik redelijk veel koppels met grote lori’s heb, ben ik genoodzaakt ’s middags nog een keer bij te voeren. Dit kan pap zijn die nog over is van de morgen, maar ook nieuw aangemaakte pap. Daarbij geef ik ook gelijk de gewelde zonnepitten en wat meelwormen. Verder krijgen alle koppels schoon badwater.
Het fruit moet ook elke dag vers gegeven worden en nooit te veel, want dit kan bij warm weer al binnen een paar uur de eerste schimmelvorming vertonen. Ik geeft net genoeg om binnen twee a drie uur op te kunnen en daarna ook niet meer voor die dag. En zoals gezegd in deel 1, in kleine stukjes.
De hoeveelheid pap die een lori eet is afhankelijk per soort en de structuur van de pap. Je kunt de pap dun aanmaken, dus met veel water maar ook dik, dus met minder water of meer poeder. Ik heb het een poosje bijgehouden en mijn lori’s van de blauwe bergen ( trichoglossus heamatodus mollucanus ) eten gemiddeld 100 ml. pap per dag per vogel. Deze pap is dan van gemiddelde structuur, niet extreem dun en niet extreem dik. De lori van de blauwe bergen is qua grote een gemiddelde lori, dus grotere lori’s eten meer en kleinere lori’s eten minder pap per dag. De kleinste lori’s zoals de roodflank lori’s ( charmosina placentis placentis ) eten in verhouding veel meer tot wel 75 ml. per vogel per dag. Dit vooral omdat hun stofwisseling hoger is en zij de pap dus veel sneller verteren, en omdat de nectar die zij krijgen veel dunner is dan de normale pap van de andere lori’s. De pap is makkelijk te doceren door een soeplepel te gebruiken, meestal zijn deze ongeveer 100ml. Je kunt ook een maatbeker gebruiken met goede maataanduiding.
Badwater is voor lori’s zeer belangrijk. Je zou denken dat lori’s niet drinken, omdat de pap die zij krijgen voldoende vocht bevat, niets is minder waar, lori’s drinken wel degelijk gewoon water. Niet veel en ook niet vaak, maar ze doen dit wel en dit gaat altijd op de volgende manier. Als het badwater wordt ververst gaan ze hier direct bij en nemen dan een of twee slokken water, daarna gaan ze in bad en komen de rest van de dag niet meer bij het water in de buurt. Ik ververs het water in de badschalen twee keer per dag, ‘s morgens en ‘s middags en twee keer op een dag zie ik hetzelfde tafereel. Eerst een paar slokken water en dan op de kop erin. Ze vinden het in bad gaan zo geweldig, dat het zonde zou zijn om ze dit te ontnemen en het heeft een zeer positief effect op hun algehele conditie.
Het onderwerp dat het meest tegenspreekt bij het houden/kweken van lori’s is het schoonmaken van de volière/kooien. Maar de mensen die lori’s houden weten dat dit best wel mee valt als je het goed organiseert. Ten eerste moet je er voor zorgen dat je bij het bouwen van een volière rekening houdt met het feit dat je overal makkelijk bij moet kunnen. Als je ergens makkelijk bij kunt komen, dan kun je het ook makkelijk schoon maken. De bodembedekking moet makkelijk te bereiken zijn en makkelijk te vervangen of makkelijk schoon te maken. Ik maak gebruik van draaiplateaus voor het voeren en het verversen van water. Deze heb ik zelf gemaakt van kunststof, omdat dit veel makkelijker te reinigen is dan bijv. de bekende aluminium of RvS. draaiplateaus.
Het schoonmaken op zich moet twee keer per week gebeuren, omdat de pap resten op de draaiplateaus anders gaan schimmelen en dit heeft een nadelig effect op de vogels. Bij het schoonmaken moet vooral aandacht worden besteed aan de draaiplateaus en de bodembedekking. Ga niet zoals sommige mensen elke week het hele hok boenen, want dit heeft een zeer nadelig effect op de vogels. Steriel hoeft het echt niet te zijn, daar worden de vogels eerder minder van dan beter. Als de plaats waar zij hun voer krijgen maar schoon is, zul je zien dat ze het al gauw goed doen.
Voor het schoonmaken kun je een gewoon normaal sopje gebruiken van een allesreiniger met warm water. Maak de plaats die je schoon wilt maken even goed vochtig en laat het sopje even een minuut inweken. Hierna kun je de plaats met een vochtige doek even afnemen en is deze weer als nieuw en mooi schoon. Ik zelf ben ongeveer een twintig minuten bezig om mijn hok schoon te krijgen per keer.
Wel was ik elke dag de voedingsbakjes van de vogels af. Dit zijn de bakjes waar de pap in heeft gezeten en de bakjes waar het fruit in heeft gezeten. Dit doe ik, omdat ik elke kans op schimmelvorming probeer te voorkomen. Alles wordt afgewassen in heet water met een zeepsopje en daarna goed afgedroogd.
Iets wat heel belangrijk is bij het verzorgen en het kweken van lori’s en eigenlijk voor het kweken van alle vogels, is ook vaak het meest onderschatte onderdeel van onze hobby. Ik noem het altijd “ Rust en Regelmaat”.
Met rust bedoel ik vooral te zeggen dat de vogels alleen maar tot succes kunnen komen als zij in een rustige en veilige omgeving zitten en dan heb ik het nog helemaal niet over soorten die wel of niet naast elkaar kunnen zitten of koppels die niet goed klikken. Het begint allemaal al bij ons zelf. Een vogelhok is geen timmerwerkplaats of een opslagplaats voor allerlei materialen en spullen o.i.d. Wij denken nog veel te vaak als we iets willen doen of iets kwijt moeten, nou dat leg ik wel even in het vogelhok, of dat doe ik wel even in het vogelhok. Dit verstoort de rust in het vogelhok meer dan we ons beseffen. Ook buiten de kweekperiode zijn deze activiteiten niet gewenst, omdat voor een goede conditie van onze vogels de rust en veiligheid heel belangrijk zijn. En als wij steeds maar bezig zijn in het hok, ook buiten de kweekperiode, is dit voor de vogels een ernstige inbreuk op de rust en de veiligheid. Eigenlijk moet je alleen in het hok zijn voor de belangrijkste dingen, voeren en schoonmaken en verder niet. Ook deze dingen moeten dan op een rustige manier gedaan worden, laat de vogels niet schrikken door snel door het hok te lopen of onverwachte snelle bewegingen te maken, waar de vogels van schrikken. Ik zou bijna willen zeggen, een verkeerde beweging kan een heel broedseizoen voor een koppel te niet doen, dit klinkt een beetje overdreven misschien, maar ik heb de verschillen in mijn volières al gezien.
Het tweede onderdeel is de regelmaat. Met regelmaat bedoel ik, dat je voorspelbaar bent voor de vogels. Elke dag ongeveer rond de zelfde tijd voeren, elke keer ongeveer op het zelfde moment schoonmaken en het water ook elke dag rond de zelfde tijd verschonen. Dit zorgt voor een goed gevoel van veiligheid en rust bij vogels, wat weer terug te zien is in de resultaten tijdens de kweek.
Soorten
Er zijn veel verschillende soorten en ondersoorten van de lori’s. Er zijn ook veel verschillende prijsklassen voor lori’s en er zijn verschillende moeilijkheidsgraden in het kweken en het verkrijgen van lori’s.
Er zijn in hoofdmoot 11 verschillende groepen lori’s en dan heb je nog de hangparkietjes en vijgpapegaaien, die ik hier niet ga behandelen. Deze 11 groepen lori’s hebben elk hun eigen soorten en deze soorten hebben vaak ook nog weer ondersoorten. Zo is bijv. de bekendste lori, de lori van de blauwe bergen ( Trichoglossus haematodus mollucanus ) als volgt ingedeeld. Hij behoort tot de groep Trichoglossus lori’s. Deze groep is verdeeld in ongeveer 7 soorten met elk hun eigen ondersoorten. Hij is een ondersoort van de groennek lori ( Trichoglossus haematodus haematodus ) welke weer ongeveer 22 ondersoorten heeft, waarvan de lori van de blauwe bergen er een is. Al deze ondersoorten beginnen met de zelfde twee namen, Trichoglossus Haematodus en daarna volgt nog de eigen naam van elke soort, zoals Mollucanus, Forsteni, Massena of Capistratus. Ook zijn er soorten bij die geen ondersoorten hebben, zoals bijvoorbeeld de geelkop lori ( Trichoglossus Euteles ). Deze heeft dus de naam van de groep, Trichoglossus en zijn eigen naam, Euteles. Op deze manier zijn alle groepen opgebouwd.
U ziet dat ik bij elke naam die ik noem ook de Latijnse naam noem en dit heeft een reden. Doordat er in Nederland maar weinig lori’s beschikbaar zijn en Nederlands benaming ook nog al eens verschilt, maak ik altijd gebruik van de Latijnse benaming, deze is over de hele wereld gelijk en op deze manier kunnen er geen misverstanden over bestaan om welke soort het nu gaat. Voor sommige soorten is er geen passende Nederlandse benaming gevonden of bedacht en daarom hebben deze dan hun Latijnse naam ook als Nederlandse naam gekregen, zoals bijvoorbeeld de Forsten lori ( Trichoglossus Haematodus Forsteni ) of de Massena lori ( Trichoglossus Haematodus Massena ).
Als we willen beginnen met lori’s zijn er een aantal soorten geschikt om mee te beginnen, zowel qua prijs als qua beschikbaarheid. Voor deze zogenaamde beginnerslori’s ligt de prijs ergens tussen de 300 a 400 euro. Wat maakt een lori tot een beginners lori. Ten eerste is het de prijs, zoals gezegd is de prijs voor een beginners lori ongeveer ergens tussen de 300 en 400 euro. Ten tweede is het de beschikbaarheid, de soorten die het meest geschikt zijn om mee te beginnen, zijn de soorten die het makkelijkst kweken en waar dus ook de meeste jongen van zijn om koppels van te maken, wat dus betekend dat ze redelijk makkelijk te kopen zijn. Hoe moeilijker het is om met een soort te kweken, hoe minder ze aangeboden worden en hoe duurder ze worden, omdat de vraag door gespecialiseerde liefhebbers hoger is dan het aanbod van deze vogels. Ten derde is het zoals al gezegd niet erg moeilijk om te kweken met deze beginners lori’s. Met enige ervaring bijv. uit het parkieten of grote parkieten kweken, is het goed mogelijk om met deze lori’s te kweken. Als laatste zijn deze soorten erg geschikt, omdat ze erg sterk zijn en dus niet snel ziek worden. Ze kunnen wel tegen een stootje om het zo maar te zeggen.
Welke soorten kunnen we nu noemen als beginners lori’s. Naar aanleiding van het geen ik hierboven al geschreven heb, zijn de vogelde soorten geschikt om mee te beginnen: Lori van de blauwe bergen ( Trichoglossus Haematodus Mollucanus ), de geelkop lori ( Trichoglossus Euteles ) en de groennek lori ( Trichoglossus Haematodus Haematodus ). Deze drie soorten heb ik in de volgorde gezet van beschikbaarheid. De lori van de blauwe bergen is dus het meest beschikbaar.
Om u een beeld te geven van de beschikbaarheid van lori’s neem ik als voorbeeld een advertentie site zoals Marktplaats.nl. In de rubriek parkieten en papegaaien staan gemiddeld 3000 advertenties, hiervan zijn en slechts gemiddeld 20 advertenties waarin lori’s aangeboden worden, dit is minder dan 1%. Van deze 20 advertenties met lori’s zijn er gemiddeld 17 advertenties waarin lori’s van de blauwe bergen aangeboden worden, de overige 3 advertenties zijn voor andere soorten lori’s, daarin vallen dus ook de geelkoplori en de groennek lori. Nu geeft dit wel een iets vertekend beeld van de werkelijke beschikbaarheid, want niet alle liefhebbers bieden natuurlijk hun vogels aan op een site zoals marktplaats, maar het geeft wel een goede indicatie van wat er beschikbaar is en hoeveel er aangeboden wordt. Er zijn een aantal gespecialiseerde sites speciaal gericht op lori’s, zoals lories.nl en daar worden in verhouding wel wat meer lori’s aangeboden die niet vallen onder de eerder genoemde “ beginners soorten”, maar de verhouding tussen de lori van de blauwe bergen en andere soorten blijft wel ongeveer gelijk. Nu vraagt u zich waarschijnlijk af hoe ik aan deze cijfers kom. Ik heb geruime tijd in een schema bij gehouden wat er zoal aangeboden wordt op de verschillende sites en vooral hoeveel van elke soort en uit dit schema zijn deze gegevens gemakkelijk te herleiden. Er zijn ook een aantal buitenlandse sites, zoals een Duitse en een Belgische site, ook deze sites heb meegenomen en hier zijn de getallen ongeveer hetzelfde, met daarbij de vervelende bijkomstigheid dat de vogels die we eventueel daar willen kopen, vaak tussen de 400 km ( Belgie) en tot soms wel 1000 km ( zuid Duitsland ) hier vandaan zitten. Zoals gezegd, deze cijfers geven een iets vertekend beeld over de beschikbaarheid van verschillende soorten lori’s, maar ze zijn een goede richtlijn om aan te geven dat het niet meevalt om lori’s te kunnen kopen en zeker niet als we iets anders zouden willen dan de lori van de blauwe bergen.
Naar mate we beter kweken met lori’s en onze ervaring groeit, is het ook mogelijk om verder te kijken naar de wat minder beschikbare soorten. Vaak moet je net geluk hebben dat er een koppel aangeboden wordt je graag zou willen hebben.
Als laatste zou ik dit hoofdstukje “Soorten” graag afsluiten met het volgende. In mijn artikeltje “ Een belangrijke reserve” heb ik al aandacht besteedt aan de raszuiverheid van de verschillende ondersoorten van onze vogels. Ook bij de lori’s is dit zeer belangrijk. Er zijn verschillende ondersoorten die erg op elkaar lijken en vergissingen zijn makkelijk gemaakt, maar dit moeten we te allen tijde zien te voorkomen, omdat de meeste soorten/ondersoorten in de natuur al ernstig in hun voortbestaan worden bedreigd is het dus onverantwoord om de laatste back-up die we nog hebben, namelijk de vogels in gevangenschap, kapot te maken, door bastaarden te kweken.
Ik heb hier met opzet geen beschrijvingen van de verschillende soorten gegeven, want een beschrijving in woorden zonder dat daar beelden bij zijn, lijdt alleen maar tot verwarring. Voor een duidelijke beschrijving en mooie foto’s van de vogels verwijs ik graag naar de verschillende websites en boeken die speciaal zijn geweid aan deze prachtige vogels, zoals; www.lories.nl, www.loribreeders.com,
Voor men overgaat tot de aanschaf van de wat meer bijzondere soorten lori’s, zou ik willen aanbevelen om u goed te verdiepen in de informatie die beschikbaar is over deze soort. Ook is het altijd goed een expert te vragen naar informatie over een bepaalde soort en al deze mensen willen u graag helpen, ik heb dit zelf al meerdere malen ondervonden. Ook als u twijfelt over de zuiverheid van een soort of ondersoort of u weet niet goed met welke soort of ondersoort u te maken heeft, aarzel dan niet om een expert te vragen of deze de vogels wil bekijken.
Tot zover deel 2 van lori’s kweken, de volgende keer behandel ik de volgende onderwerpen:
- Kweken
- Ziektes
Lori’s kweken ( Deel 3 )
Door: Jeroen de Roo
Kweek
Over de kweek met lori’s doen vaak de wildste verhalen. Het zou moeilijk zijn en de vogels zullen slecht broeden. En dit is voor een deel ook wel waar. Er zijn soorten bij die heel moeilijk over gaan tot broeden, maar met de juiste aanpassingen doen deze het ook wel. Over het algemeen zou ik willen zeggen dat het kweken met lori’s niet moeilijker is, dan het kweken met grote parkieten. Mits we ons aan de eisen houden die in de voorgaande delen al verteld zijn. Als de voeding goed is en als de verzorging goed is, dan zullen lori’s vaak wel over gaan tot broeden.
Het is vooral belangrijk dat we zorgen voor ‘Rust en Regelmaat’. Lori’s zijn hier heel gevoelig voor. En we moeten zorgen voor voldoende warmte in ons vogelverblijf, lori’s zijn niet winterhard zoals sommige ‘liefhebbers’menen. Ook tijdens de afgelopen strenge winter, heb ik diverse advertenties gezien van mensen die hun lori’s buiten houden, die dan vogels te koop aanbieden, omdat er een partner gesneuveld is. En vaak gaat dit dan om de iets bijzondere soorten, waarvan geen vogel gemist kan worden. Sommige lori’s overleven de winter wel, maar de resultaten daarna zijn ver onder de maat.
Een lori legt per nest twee eieren, behalve de geelkop lori ( Trichoglossus Euteles ) die kan er 3 tot soms wel 4 leggen. Heel af en toe zijn er koppels bij van andere soorten die drie eieren leggen, maar dit is zeer uitzonderlijk. Ik heb op het moment van dit schrijven 3 jongen van de lori van de blauwe bergen, deze hebben dus drie eieren gelegd. Hiervoor hebben zij alleen bij mij al 8 nesten gehad van maar twee eieren. Ik denk dan ook dat ongeveer 1 van de 10 nesten drie eieren zal bevatten, maar dit moet zich de komende jaren uitwijzen.
Lori’s doen meerdere nesten per jaar, soms wel tot vier keer. Zomer en winter kun je dus jongen hebben, als deze dan niet verwarmd zitten gaat het verkeerd, nog een reden om ze warm te houden. Sommige ‘vogelkenners’, vooral op internet fora, zeggen dat het niet goed is voor de vogels om zoveel nesten achter elkaar te doen en dat zij afgeremd moeten worden door het nestblok er uit te halen of geen honing meer te geven, ik zeg dat het niets uitmaakt voor een lori en ik zal vertellen waarom. Ten eerste leggen lori’s maar twee eieren, dus er wordt per legsel niet zo heel veel kalk aan het lichaam van de pop ontrokken voor het produceren van de eieren, een parkiet heeft vaak een legsel van wel 4 tot 6 eieren en hierbij wordt dus veel meer van de vogel gevraagd. Ten tweede heeft de pop tijdens het broeden geen moeite om de twee eieren warm te houden, bij een legsel van 4 tot 6 is dit al een groter probleem. Het verzorgen van twee jongen door twee ouders is geeft ook geen moeilijkheden voor de ouders, dit kunnen zij makkelijk aan, met vier tot 4 tot 6 jongen kost het bijv. parkieten veel meer moeite. Ook is bij verschillende liefhebbers gebleken dat lori’s zelf aanvoelen wanneer zij genoeg gebroed hebben. Bij een bekende liefhebber zat een koppel Forsten lori’s dat 7 jaar achter elkaar 3 nesten per jaar deed van allemaal 2 eieren, na deze zeven jaar hebben de vogels een jaar lang niets gedaan, alleen slapen in het nest. Na dit jaar zijn ze gewoon weer verder gegaan met broeden, zonder een enkel probleem en doen nu al weer 4 jaar achter 3 nesten per jaar van elk twee jongen. De vogels voelen zelf prima aan wanneer zij moeten stoppen, dit hoeven wij niet voor hen te bepalen.
Tijdens het broeden kan de pop soms wel tot 20 minuten van het nest af gaan, dit is geen probleem, mits het niet te koud is in de voliere, de eieren van lori’s zijn vrij sterk en kunnen wel een poosje zonder warmte, schrik dus niet als de pop langer dan 10 minuten uit het nest is. Schrik ook niet als de pop in bad gaat en dan kledder nat weer het nest in gaat, ook hier kunnen ze goed tegen, zij zal dit namelijk regelmatig een keer doen, vooral tegen het eind vlak voor het uitkomen.
Als er jonge lori’s zijn moeten we er rekening mee houden, dat we het nest na het ringen van de jongen elke week schoon moeten maken. De jongen doen al hun behoeften in het nest en dit wordt vaak heel erg nat. Maken we de nestkast niet op tijd schoon, dan bestaat de kans de vogels verdrinken in hun eigen ontlasting, verder kan het snel gaan schimmelen en kunnen er allerlei schadelijke bacterien in de ontlasting gaan zitten. Als nest materiaal gebruik ik altijd houtschaafsel uit de bekende pakken voor bijv. konijnen.
Ziektes
Lori’s zijn gevoelig voor bepaalde ziektes. Eigenlijk kunnen zij alle ziektes krijgen die andere vogels ook kunnen krijgen en de bestrijding van de meeste ziektes gaat ook op de zelfde manier. Wel is er een ziekte die vaak de kop op steekt en die bij andere vogels minder voorkomt. Flaggelaten zijn een groot probleem bij lori’s. Elke lori heeft deze bij zich en in princiepe kunnen deze geen kwaad. Door stress kunnen deze flaggelaten zich ontzettend snel vermeerderen en dan worden ze gevaarlijk voor de lori. Deze gaat dan overgeven, er komt een slijmachtige vloeistof uit en de vogel kan geen eten meer binnen houden en sterft aan uitdroging en ondervoeding binnen een paar dagen. Flaggelaten zijn goed te behandelen met Ronizol, verkrijgbaar bij de dierenarts. Dit wordt ook veel gebruikt in de duivensport. Ronizol is erg bitter van smaak en deze kan dan ook het beste geven worden door het te mengen met een beetje water en een flinke scheut honing.
Vaak zie ik dat mensen hun zieke vogels veel te lang in de voliere laten zitten in de hoop dat ze nog weer beter worden. Niet doen, zo gauw je denkt dat er iets niet goed is, de vogel er uit halen en in de ziekenkooi plaatsen en de temperatuur in twee stappen opvoeren naar 32 of 33 graden. Vaak maakt alleen de temperatuur de vogel al beter. Door deze hoge temperatuur hoeft de vogel zichzelf niet warm te houden( vogels gaan bol zitten met de kop in de veren om zichzelf warm te houden ) en als hij zichzelf niet warm hoeft te houden, kan hij al zijn energie steken in het beter worden en hoeft hij zijn kostbare energie niet te steken in het zichzelf warm houden. Wij gaan met een griepje ook niet de hele dag buiten zitten, wij kruipen ook lekker warm onder de wol.